Erfgoed

Ursulinen Klooster

De oorsprong van dit gebouw gaat terug tot de Ursulinen nonnen van Tonnerre die, verdreven uit hun klooster door de Franse Revolutie, gedwongen werden om een nieuw onderkomen te zoeken in de begindagen van het Keizerrijk. Eerst kochten ze een bescheiden huis en in de loop der jaren ook de aangrenzende gebouwen. In 1905 leidde de invoering van de wet op de scheiding van kerk en staat tot een verdere ontbinding van de gemeenschap.

De gebouwen werden gekocht door de stad, die er de middelbare jongensschool vestigde. Het prachtig versierde gebouw dat we vandaag de dag kunnen bewonderen, is eigendom van de lagere school. In 1790 werd het historische klooster van de Ursulinen, waar ze in de vorige eeuw gevestigd waren, gesloten. De gebouwen boden toen onderdak aan een van de nieuwe besturen van de Revolutie: het District. Sommige nonnen keerden terug naar hun familie of zochten asiel in het ziekenhuis van Tonnerre, waarvan de augustijnse gemeenschap nog niet was opgeheven.
De meerderheid werd echter opgevangen door de heer Bazile, bij wie ze gedurende de hele periode van de Revolutie bleven. Hoewel de rechten van de religieuze gemeenschappen onder het Keizerrijk werden hersteld, hadden de meesten van hen geen dak meer boven hun hoofd, aangezien in de overgrote meerderheid van de gevallen abdijen, kloosters en conventen waren verkocht als nationaal bezit.
Tonnerre was geen uitzondering. De nonnen zochten daarom een nieuw onderkomen en kochten samen met hun spaargeld een klein huis in de rue des Prêtres Notre-Dame (nu rue Pasteur). Ze openden meteen een kamer om les te geven aan de jonge vrouwen van Tonner. In de loop der jaren werd hun onderwijs steeds populairder en het pand werd al snel te klein. De gemeenschap kocht de grond en gebouwen naast hun huis en legde een park aan.
In 1860 bestond het nieuwe kloostercomplex uit een grote kapel, gemeenschapsgebouwen, een internaat, binnenplaatsen en tuinen. In 1905 leidde de invoering van de wet op de scheiding van kerk en staat tot de verdere opheffing van de religieuze gemeenschap. De gebouwen werden gekocht door de stad, die er een middelbare jongensschool vestigde.